Archeologen hebben op een eeuwenoude begraafplaats op Sint-Eustatius in ruim een maand tijd 48 skeletten opgegraven. Mogelijk gaat het om mensen die tot slaaf zijn gemaakt, zeggen de onderzoekers.
Toevalligerwijs valt dit samen met een artikel in Tribale Kunst. Zie hiervoor het vorige bericht en het Zomernummer van Tribale Kunst pagina 36.
Onderstaande tekst is overgenomen van de NOS. U kunt hier een artikel met meer foto’s uit Trouw vinden.
Nabij de plek waar de stoffelijke resten werden aangetroffen, stond in de achttiende eeuw het slavenverblijf op een suikerplantage. De onderzoekers vonden voornamelijk skeletten van mannen. Op één kist werd een munt gevonden uit 1737, met daarop de beeltenis van de Engelse koning George II.
‘Alle verwachtingen overtroffen’
Eind april begon het team dat bestaat uit een groep internationale archeologen met graven in het gebied dat bestemd is voor uitbreiding van het vliegveld van de bijzondere Nederlandse gemeente.
Al snel werden de eerste graven blootgelegd. Volgens Alexandre Hinton, directeur van het St. Eustatius Center for Archaeological Research, overtreft de vondst “alle verwachtingen”. Ze verwacht nog veel meer skeletten aan te treffen, zegt ze tegen persbureau AP. De opgravingen gaan door tot eind juni.
Hinton voorspelt dat er mogelijk zelfs meer graven worden blootgelegd dan op de Newton Plantation op Barbados, een ander Caribisch eiland. Daar werden op een soortgelijke begraafplaats 104 tot slaafgemaakten opgegraven.
Die slavenbegraafplaats leverde wetenschappers een schat aan kennis op, omdat er weinig objectieve informatie beschikbaar is over de leefomstandigheden van slaven in de Caraïben. De meeste verhalen zijn opgetekend door de mensen die aan de macht waren of de plantages beheerden.
Knooppunt wereldhandel
Alexandre Hinton zegt dat de skeletten op Sint-Eustatius onder meer onderzocht zullen worden op dieet, geografische herkomst en mogelijke ziekten. “De eerste analyses tonen aan dat deze mensen van Afrikaanse komaf zijn”, zegt Hinton.
“Verder hebben we twee individuen gevonden met aanpassingen aan het gebit die passen bij West-Afrikaanse tradities. Plantage-eigenaren stonden slaven niet toe dit te doen, waardoor deze personen mogelijk behoren tot de eerste generatie slaafgemaakten die is verscheept naar Sint-Eustatius.”
Sint-Eustatius was in de achttiende eeuw een belangrijk knooppunt voor de wereldhandel, nadat de Nederlandse Republiek een vrijhaven van het eiland had gemaakt. Sint-Eustatius werd ook een doorvoerhaven voor Afrikaanse slaven en tot slaaf gemaakte mensen werkten op de suiker-, tabaks- en katoenplantages.
Het eiland was tot 1816, toen het definitief in bezit kwam van Nederland, afwisselend in Nederlandse, Franse en Engelse handen.
Weergaven: 76